Het Good to Great Framework

Inleiding

In zijn vorige bestseller, Built to Last, onderzocht Jim Collins wat geweldige bedrijven geweldig maakte en hoe ze die grootsheid in de loop der tijd volhielden. Eén punt bleef hem echter dwarszitten - geweldige bedrijven zijn, voor het grootste deel, altijd groot geweest, terwijl de overgrote meerderheid van de goede bedrijven precies dat blijft: goed, maar niet geweldig. Wat zouden louter goede bedrijven kunnen doen om geweldig te worden, om zwakte op lange termijn om te zetten in suprematie op lange termijn?

Collins en zijn team van onderzoekers gebruikten strenge benchmarks om een groep van elf elitebedrijven te identificeren die de sprong van goed naar geweldig maakten en die grootsheid minstens vijftien jaar volhielden. De bedrijven die de lijst hebben gehaald verrassen je wellicht evenzeer als de bedrijven die eruit zijn gelaten (Intel, GE en Coca Cola zijn nergens te bekennen).

De echte verrassing van Good to Great is niet zozeer wat goede bedrijven doen om zichzelf voort te stuwen naar grootsheid - het is waarom niet meer bedrijven vaker dezelfde dingen hebben gedaan.

Hoe hebben ze het gedaan?

Collins en zijn team van onderzoekers stelden de good-to-great benchmark als volgt vast:

• De bedrijven moesten gedurende 15 jaar cumulatieve aandelenrendementen hebben behaald die op of onder de algemene aandelenmarkt lagen, onderbroken door een overgangspunt, en vervolgens cumulatieve rendementen van ten minste driemaal de markt gedurende de volgende 15 jaar.
• Elk bedrijf moest het patroon van goed tot geweldig aantonen, onafhankelijk van zijn bedrijfstak.
• Elk bedrijf moest een patroon van resultaten laten zien.
• Elk bedrijf werd vergeleken met andere soortgelijke bedrijven die ofwel nooit de sprong van goed naar geweldig maakten (of het maakten maar het niet volhielden), om te bepalen wat het goed-naar-geweldig bedrijf onderscheidde van alle andere.
• Toen het stof was opgetrokken en de goed-naar-geweldig bedrijven waren geïdentificeerd, vonden Collins en zijn onderzoekers duidelijke gedragspatronen bij degenen die elk bedrijf leidden en de mensen die hen volgden - patronen die betrekking hadden op gedisciplineerde mensen, gedachten en acties.