Het "Zorg"-aspect van dit concept gaat over het creëren van een veilige en ondersteunende omgeving voor teamleden. Dit houdt in:

Het "Durf" aspect van dit concept moedigt leiders aan om innovatie, het nemen van risico's en moed in hun teams te stimuleren. Dit houdt in:

1. Vertrouwen opbouwen:
Leiders bouwen vertrouwen op door betrouwbaar, transparant en eerlijk te zijn. Teamleden moeten erop vertrouwen dat hun leiders hen steunen en voor hun welzijn zorgen.

1. Innovatie: 

Leiders creëren een omgeving waarin teamleden zich veilig voelen om de status-quo uit te dagen, hun ideeën te uiten en creatief te zijn.

2. Emotionele Ondersteuning: 

Leiders bieden emotionele steun aan teamleden, tonen empathie en begrip voor hun behoeften en zorgen.

2. Moed: 

Leiders inspireren teamleden om berekende risico's te durven nemen, nieuwe ideeën te verkennen en de grenzen van het conventionele denken te verleggen.

3. Kwetsbaarheid:

Leiders zijn bereid zich kwetsbaar op te stellen en hun eigen ervaringen en uitdagingen te delen, waardoor een sfeer van authenticiteit ontstaat.

3. Samenwerking: 

Leiders bevorderen een cultuur van samenwerking, waarin teamleden effectief samenwerken en elkaar ondersteunen in hun innovatieve inspanningen.

4. Empowerment: 

Leiders empoweren hun teamleden door verantwoordelijkheden te delegeren, autonomie te verlenen en hen aan te moedigen initiatief te nemen en te groeien.

4. Persoonlijke en professionele groei: 

Leiders moedigen teamleden aan om persoonlijk en professioneel te groeien en bieden mogelijkheden voor ontwikkeling en leren.

1.

Vertrouwen creëren

• Wees consistent, betrouwbaar en transparant in je acties en communicatie.
• Kom je beloften en afspraken na.
• Handel integer en eerlijk in alle interacties.
• Zorg ervoor dat je team op je kan rekenen wanneer dat nodig is.

2.

Toon empathie

• Luister actief naar je teamleden en toon oprechte interesse in hun gedachten en gevoelens.
• Toon begrip en medeleven voor hun uitdagingen en zorgen.
• Bied emotionele steun wanneer teamleden te maken krijgen met persoonlijke of professionele problemen.

3.

Omarm kwetsbaarheid

• Deel je eigen ervaringen, inclusief uitdagingen en tegenslagen, om een omgeving van authenticiteit te creëren.
• Moedig teamleden aan om openlijk hun kwetsbaarheden en zorgen te delen.
• Wees benaderbaar en bereid om je eigen reis en leerervaringen te bespreken.

4.

Empower teamleden

• Delegeer verantwoordelijkheden en geef teamleden autonomie, zodat ze beslissingen kunnen nemen en hun werk in eigen hand kunnen nemen.
• Moedig hen aan om berekende risico's te nemen en nieuwe ideeën te verkennen.
• Zorg voor de nodige middelen en ondersteuning voor hun initiatieven.

5.

Open en transparante communicatie

• Onderhoud open en eerlijke communicatiekanalen met je team.
• Zorg voor een omgeving waarin teamleden zich op hun gemak voelen om hun gedachten, zorgen en ideeën te delen.
• Moedig dialoog en samenwerking tussen teamleden aan.

6.

Regelmatige feedback en groei

• Geef constructieve feedback die specifiek, bruikbaar en afgestemd is op de groei en ontwikkeling van elk teamlid.
• Stel duidelijke doelen en verwachtingen en controleer regelmatig de voortgang en vier successen.
• Bied mogelijkheden om te leren en vaardigheden te ontwikkelen.

7.

Aanpassingsvermogen

• Wees flexibel en pas je leiderschapsstijl aan de veranderende behoeften van je team en de organisatie aan.
• Omarm verandering en begeleid je team bij overgangen en uitdagingen.
• Blijf openstaan voor nieuwe ideeën en perspectieven.

8.

Toon veerkracht

• Toon veerkracht bij tegenslagen. Laat je team zien hoe je tegenslagen het hoofd kunt bieden en hoe je ervan kunt leren.
• Moedig teamleden aan om uitdagingen te zien als groeikansen.
• Stimuleer een "geef nooit op" houding binnen het team.

9.

Investeer in ontwikkeling

• Geef prioriteit aan de groei en ontwikkeling van je teamleden.
• Bied leermogelijkheden, training en middelen om hen te helpen hun volledige potentieel te bereiken.
• Moedig hen aan om nieuwe uitdagingen aan te gaan en te leren van hun ervaringen.

10.

Bevorder samenwerking

• Stimuleer een cultuur van samenwerking binnen je team, waarin teamleden elkaar ondersteunen en helpen.
• Creëer een omgeving waarin individuen samenwerken om gezamenlijke doelen te bereiken.
• Erken en beloon gezamenlijke inspanningen en prestaties.

1.

Blijf kalm en geaard

Laat je niet leiden (of zelfs gijzelen) door emoties.

2.

Accepteer het individu

Voorkom dat je meteen een oordeel hebt en kritisch bent.

3.

Zie het potentieel

Zie wat iemand kan bereiken in plaats van wat iemand nu doet.

4.

Luister en vraag (door)

Luister en stel (door) vragen om te voorkomen dat je meteen in de verdediging schiet.

5.

Geef krachtige boodschappen

Geef heldere en duidelijke boodschappen. Voorkom dat je vaag overkomt of anderen overdondert.

6.

Focus op het positieve

Voorkom dat je alleen een reactie geeft als er iets niet goed gaat. 

7.

Moedig risico's nemen aan

Moedig teamleden aan om berekende risico's te nemen, in plaats van je teveel op controle te richten.

8.

Inspireer door intrinsieke motivatie

Ontdek de intrinsieke motivatie bij jezelf en je teamleden. Deze werkt sterker dan extrinsieke motivatie.

9.

Toon toegankelijkheid

Laat zien dat je benaderbaar bent. Voorkom dat je onzichtbaar bent of er niet bij hoort.